dinsdag 24 juni 2014

Bange uren







In de vooravond net na het avondeten, ren ik als tienjarige jongen in paniek door de straten van Zorgvliet. Telkens kijk ik achterom, mijn achtervolgers zie ik niet. Ik weet echter dat zij er zijn. Rennen moet ik. Rennen om uit hun handen te blijven. Al dagen sarren zij mij. Nu is de dag daar dat ze mij daadwerkelijk te grazen zullen nemen. Aan het einde van het doodlopende slop, spring ik over een heg en ren door de tuin een serre in. Daar in een hoek onder een tafel kom ik op adem. De bewoonster van het huis legt op dat moment haar puzzelboekje neer en kijkt verbaasd naar het tafereel dat zich voor haar ogen afspeelt. Na enkele minuten, als ik tot rust gekomen ben, komt ze rustig naar mij toe. “Dag knul, waar ben jij zo bang voor?” Ik vertel mijn verhaal: dat ik op vakantie ben en logeer in pension Villa Nova, dat ik al dagen gepest wordt door twee jongens uit het dorp en dat zij mij deze avond achterna zaten. Met lieve woorden en een glaasje limonade stelt ze mij gerust. Als ik het voorval bijna ben vergeten, wandel ik nog enigszins schichtig terug naar mijn logeer adres. Nadat mijn vader mij heeft aangehoord en de jongens heeft aangesproken, is het gesar definitief voorbij 










       

Geen opmerkingen:

Een reactie posten